Ook als u een zogenoemde privé- of uitsluitingsclausule in uw testament heeft, kan uw erfenis tóch bij uw schoonkind terechtkomen. Heeft u het goed geregeld in uw testament? Hoe kan dit voorkomen worden?
Veel ouders willen dat hun erfenis bij hun (eigen) kinderen terechtkomt en vervolgens bij hun kleinkinderen. Het familievermogen moet dus in de familie blijven. Deze wens blijkt bijvoorbeeld uit het massaal opnemen van de zogenaamde ‘uitsluitingsclausule’ in testamenten. De uitsluitingsclausule is een bepaling in een testament, waarmee u kunt regelen dat een erfenis niet valt in de huwelijksgemeenschap van uw kind. Bij een eventuele echtscheiding van uw kind, komt dat wat uw kind van u heeft geërfd, dan niet toe aan uw ex-schoonkind.
Met zo’n ‘uitsluitingsclausule’ (of ‘privéclausule’) kan niet altijd worden voorkomen dat de erfenis van de eerst overleden ouder toch bij dat schoonkind terechtkomt. In dit artikel wordt aandacht besteed aan het vererven van (vorderingen uit) de erfenis van de eerst-overleden ouder en aan mogelijke oplossingen om te voorkomen dat op deze wijze de erfenis bij uw schoonkind terechtkomt.
Vordering kan toch bij het schoonkind terechtkomen
Voorbeeld
Aart is in gemeenschap van goederen getrouwd met Betty (over de gemeenschap van goederen leest u uitgebreid in Met Recht Geregeld 2020-02). Zij hebben twee kinderen: Chris en Denise. Aarts vader Jan is overleden en door dat overlijden kreeg Aart een vordering op zijn moeder Grietje. Deze vordering is, anders gezegd, Aarts erfdeel uit de erfenis van zijn vader Jan. Zolang zijn moeder Grietje in leven is, kan Aart dit erfdeel niet bij zijn moeder opeisen. Zijn moeder moet namelijk ongestoord kunnen voortleven na het overlijden van Jan.
Plaatje bij voorbeeld
Het erfdeel (hierna ‘de vordering’ genoemd) van Aart is een bedrag van € 30.000. Dit erfdeel kan Aart dus pas opeisen als zijn moeder Grietje overlijdt.
Zijn vader Jan had in zijn testament met een zogenoemde ‘uitsluitingsclausule’ geregeld dat het erfdeel van Aart van € 30.000 niet in de huwelijksgemeenschap zou vallen die tussen Aart en zijn vrouw Betty bestaat (doordat zij in gemeenschap van goederen zijn getrouwd). Dit geldbedrag blijft dus in principe privé-eigendom van Aart.
Toch kan het nog mis gaan, namelijk als Aart vervolgens overlijdt vóórdat zijn moeder Grietje overlijdt. Als Aart geen testament heeft, is op zijn erfenis de wettelijke verdeling van toepassing (over de wettelijke verdeling leest u uitgebreid in Met Recht Geregeld 2020-06). Betty erft hierdoor alle bezittingen uit Aarts nalatenschap, inclusief de vordering van € 30.000 op zijn moeder Grietje. De kinderen Chris en Denise zijn ook erfgenamen. Zij krijgen door de werking van de wettelijke verdeling hun erfdeel in de vorm van een geldvordering op Betty, die zij in principe pas kunnen opeisen als Betty overlijdt. Op deze manier kan Betty ongestoord voortleven.
Net als Aart kan ook Betty, zolang moeder Grietje leeft, de vordering op Grietje (die is ontstaan door het overlijden van Jan) niet opeisen. Maar de vordering is ondanks de uitsluitingsclausule dus wel overgegaan op Betty.
Plaatje bij voorbeeld
Als Grietje komt te overlijden moeten eerst haar schulden worden betaald. Hiertoe behoort ook de schuld die ze oorspronkelijk aan Aart had, maar die nu aan Betty toekomt. Betty krijgt dus eerst die € 30.000. Alles wat overblijft is voor Grietjes erfgenamen.
U ziet in dit voorbeeld dat een schoonkind (Betty) toch een deel van de erfenis van een eerst-overleden schoonouder (Jan) kan krijgen door de regels van de wet. Dit kan niet worden voorkomen met een uitsluitingsclausule, wat ten onrechte wel vaak wordt gedacht. Met name als schoondochter Betty vrij snel na het overlijden van Aart een relatie krijgt met een nieuwe partner, kan dit wrang aanvoelen.
Oplossingen om de erfenis binnen de familie te houden; ga naar uw notaris!
Met een testament kunt u voorkomen dat familievermogen bij een schoonkind terechtkomt. De notaris zal u bij een testamentbespreking wijzen op de verschillende mogelijkheden – zoals bijvoorbeeld het opnemen van een zogenoemde ‘tweetrapsmaking’ – en uitleg daarover geven. In sommige gevallen kan het bijvoorbeeld juist wel gewenst zijn dat uw schoonkind vermogen van u erft, als uw eigen kind vóór u overlijdt. Bijvoorbeeld wanneer uw schoonkind de zorg heeft voor uw (minderjarige) kleinkinderen en u niet wilt dat uw schoonkind door het overlijden van uw kind opeens in geldnood komt.
Ook kan een kind zelf een regeling in zijn testament maken voor het geval hij eerder overlijdt dan de langstlevende ouder. Hij kan bijvoorbeeld bepalen dat de nog niet uitbetaalde vordering op zijn langstlevende ouder, via een zogenoemd legaat, toekomt aan zijn kinderen (in het voorbeeld hierboven: Chris en Denise). Over wat een legaat is, leest u meer in Met Recht Geregeld 2020-15.
En er is nog een andere ‘reddingsboei’ in de wet opgenomen, namelijk de zogenaamde ‘wilsrechten’. Deze bieden soms een oplossing als een nieuwe partner in beeld komt. Indien Betty na het overlijden van Aart besluit om met een nieuwe partner te gaan trouwen, zouden Chris en Denise op grond van zo’n wilsrecht de vordering op Grietje bijvoorbeeld kunnen opeisen. Wat wilsrechten zijn, wordt nader uitgelegd in een komend artikel van Met Recht Geregeld. Let op: de uitoefening van een wilsrecht kan een dure aangelegenheid zijn. Laat u hierover adviseren door uw notaris of andere deskundige adviseur.
Samenvatting en tip
Met een privé- of uitsluitingsclausule wordt niet altijd voorkomen dat de erfenis van een ouder toch (indirect) bij een schoonkind terecht kan komen.
Overlijdt een ouder, dan krijgt een kind vaak zijn erfdeel in de vorm van een geldbedrag, dat hij niet kan opeisen zolang zijn andere ouder nog leeft. De langstlevende ouder moet namelijk ‘ongestoord’ kunnen voortleven, zonder meteen al bedragen aan kinderen te moeten uitbetalen. Het kind krijgt, anders gezegd, door het overlijden van een ouder doorgaans alleen maar een vordering (ter grootte van zijn erfdeel) op zijn langstlevende ouder, die hij pas uitbetaald krijgt bij het overlijden van deze langstlevende ouder.
Als het kind nu plotseling zelf overlijdt, nog vóórdat zijn langstlevende ouder is overleden, kan deze vordering op de langstlevende ouder – via de regels van het erfrecht – terechtkomen bij het schoonkind. Er zijn wel mogelijkheden om dit te ondervangen in een testament. Een testament maakt u bij uw notaris. Hij zal u tijdens een testamentbespreking informeren over de mogelijkheden om een erfenis binnen de familie te houden en u wijzen op de mogelijke voor- en nadelen van dergelijke regelingen.
Wilt u meer advies over dit onderwerp of weten hoe dit nu op dit moment in uw situatie geregeld is? Neem dan contact op met ons.
Bronvermelding: Met Recht Geregeld, een product van FBN Juristen.
Comments are closed.