Heeft u een levensverzekering aan uw hypotheek gekoppeld om (een deel van) uw hypotheekschuld af te lossen als u overlijdt?
Let op: als het niet goed geregeld is, moet erfbelasting worden betaald over de uitkering, zonde!
Vaak wordt bij het sluiten van een hypotheek – al dan niet op verzoek van de bank – een levensverzekering afgesloten. Die verzekering dekt het risico van overlijden van degene die de hypotheek afsluit. Als degene die de hypotheek heeft afgesloten overlijdt, wordt met de verzekeringsuitkering de hypotheekschuld geheel of gedeeltelijk afgelost. Hiermee wordt voorkomen dat de nabestaanden bij overlijden met deze schuld blijven zitten.
De uitkering is het gevolg van het overlijden van de hypotheeksluiter. Is zo’n uitkering dan te zien als een stuk van de erfenis, zodat deze wordt belast met erfbelasting?
Ja, dat kan als die verzekering niet op de goede manier is afgesloten! In dit artikel wordt dit nader uitgelegd.
Begrippen
Ter verduidelijking eerst uitleg van enkele begrippen.
- de verzekeringnemer is degene die de verzekering afsluit, anders gezegd: degene die de verzekeringspremie betaalt.
- de verzekerde is degene op wiens leven de verzekering is afgesloten, ofwel: als deze persoon overlijdt, komt de verzekering tot uitkering.
- de begunstigde is degene die de uitkering ontvangt als de verzekerde overlijdt.
De verzekeringnemer, verzekerde en begunstigde kunnen verschillende personen zijn, maar dat hoeft niet altijd.
Erfbelasting?
Over de waarde van wat je verkrijgt uit de erfenis van iemand die is overleden, is erfbelasting verschuldigd. Bij een levensverzekering krijgt de begunstigde een uitkering door het overlijden van de verzekerde.
De belastingdienst vindt het in bepaalde gevallen gerechtvaardigd om erfbelasting te heffen over zo’n verzekeringsuitkering. Wanneer is dat het geval?
Dit speelt als de overledene zélf de premies van de verzekering heeft betaald. Immers: doordat de overledene de premies heeft betaald, is zijn erfenis kleiner geworden. De overledene laat daardoor minder na dan als hij die premies niet had betaald.
In de juridische wereld wordt in dit geval gezegd dat er “geld aan het vermogen van de overledene is onttrokken”. De verzekeringsuitkering wordt dan belast met erfbelasting.
Dit is anders als niet de overledene de premies heeft betaald, maar bijvoorbeeld een familielid. In dat geval is
de nalatenschap van de overledene niet minder geworden door het betalen van de verzekeringspremies. In dat geval is er voor de belastingdienst geen reden om erfbelasting te heffen.
Gehuwd in gemeenschap van goederen gaat mis voor erfbelasting!
Wat je vaak ziet, is dat echtgenoten op elkaars leven een verzekering afsluiten. Als één van beiden overlijdt, ontvangt de ander een uitkering, zodat met die uitkering bijvoorbeeld een deel van de hypotheek kan worden afgelost.
Als de verzekerde en de begunstigde echter met elkaar zijn getrouwd in gemeenschap van goederen, heeft degene die overlijdt (de verzekerde), via de gemeenschap van goederen, voor de helft meebetaald aan de premies. Dat heeft tot gevolg dat de uitkering voor de helft belast wordt met erfbelasting. Wat een gemeenschap van goederen is, leest u in MET RECHT GEREGELD 2020-02.
Tip: Wilt u een levensverzekering afsluiten en bent u getrouwd in gemeenschap van goederen, laat u dan van tevoren adviseren door uw notaris of ander deskundig adviseur.
Heeft u al een levensverzekering afgesloten en bent u getrouwd in gemeenschap van goederen? Uw notaris of ander deskundig adviseur kan u ook adviseren hoe, in dat geval, heffing van erfbelasting over de levensverzekeringsuitkering toch nog kan worden voorkomen.
Wanneer gaat het wel goed voor erfbelasting?
Als de verzekerde en de begunstigde niet in gemeenschap van goederen zijn getrouwd (bijvoorbeeld omdat zij ongehuwd samenwonen of huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt) en niet met zoveel woorden tussen hen is overeengekomen dat de premies van dit soort verzekeringen tot de kosten van de huishouding behoren, kan de uitkering onbelast zijn. Ter verduidelijking een voorbeeld.
Voorbeeld: verzekeringsuitkering belast met erfbelasting
Tom en Lieke zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij hebben twee kinderen.
Verzekeringnemer Tom sluit op zijn leven (hij is dus ook verzekerde) een levensverzekering af van € 150.000, met als begunstigde zijn echtgenote Lieke. Als verzekeringnemer moet Tom de premies voldoen.
Doel is om met de uitkering de hypotheekschuld af te lossen als Tom komt te overlijden.
Bij Toms overlijden krijgt Lieke € 150.000. Hierover moet Lieke erfbelasting betalen. Let wel: Lieke heeft als echtgenote een grote vrijstelling voor de erfbelasting, namelijk circa € 660.000. Zij hoeft daarom pas erfbelasting te betalen als zij meer uit Toms nalatenschap verkrijgt dan deze vrijstelling.
Als Lieke (als begunstigde) tevens de verzekeringnemer was geweest (en dus de premies had moeten betalen), wordt de helft van de uitkering belast. Doordat Tom en Lieke gehuwd zijn in gemeenschap van goederen, heeft Tom namelijk (slechts) voor de helft meebetaald aan de premies. Pas als tussen Tom en Lieke geen gemeenschap van goederen bestond, zou in dit geval in principe geen erfbelasting betaald hoeven te worden over de levensverzekeringsuitkering.
Een ander probleem bij een overlijdensrisicoverzekering
Meestal eist de hypotheekbank, bij het afsluiten van een levensverzekering, dat de bank de eerste begunstigde wordt, zodat bij Toms overlijden de uitkering rechtstreeks aan de bank wordt overgemaakt. Dit klinkt logisch, maar het heeft een nadeel. De hypotheekschuld is door de aflossing automatisch met € 150.000 verminderd en daardoor is de nalatenschap groter. Lieke en de kinderen erven daardoor meer. En wanneer je meer erft, ben je ook meer erfbelasting verschuldigd.
Bij Lieke zal die extra verkrijging mogelijk binnen haar ruime vrijstelling van circa € 660.000 vallen. De kinderen hebben echter slechts een kleine vrijstelling van erfbelasting, van circa € 21.000. Als zij meer krijgen, moeten zij over het meerdere erfbelasting betalen.
Oplossing: de zogenaamde ‘partnerconstructie’ / ‘partnerverklaring’
Een oplossing voor dit fiscale nadeel is de ‘partnerconstructie’.
De hypotheekbank bedingt dat zij eerste begunstigde is. Maar hierbij wordt ook afgesproken dat Lieke toch weer eerste begunstigde mag zijn als zij een volmacht geeft aan de bank om namens haar met de uitkering de hypotheekschuld af te lossen. Zo’n volmacht wordt de ‘partnerconstructie’, ‘partnerverklaring’, ‘weduweverklaring’ of ‘opdracht’ genoemd.
Het gevolg van deze constructie is dat Lieke (als eerste begunstigde) de uitkering ontvangt. Op het moment van overlijden van Tom is dan nog niets op de hypotheekschuld afgelost, zodat het erfdeel van de kinderen nog is gebaseerd op de oorspronkelijke hypotheekschuld. Het erfdeel van de kinderen is hierdoor dus kleiner (en over een kleiner erfdeel is minder erfbelasting verschuldigd) dan wanneer de schuld op het moment van Toms overlijden al onmiddellijk door de bank zou zijn afgelost.
De bank int vervolgens namens Lieke de uitkering en brengt die in mindering op de hypotheekschuld.
Voorbeeld: besparing van erfbelasting door ‘partnerconstructie’
De gemeenschap van goederen tussen Tom en Lieke bestaat uit een huis van € 370.000 en een hypotheekschuld van € 250.000. Het saldo van de gemeenschap is dus € 120.000. De nalatenschap van Tom is de helft daarvan, ofwel € 60.000. Lieke is – door de partnerconstructie – eerste begunstigde voor de levensverzekering van € 150.000.
Wanneer Lieke en de kinderen ieder voor een gelijk deel (1/3e) erfgenamen zijn en de wettelijke verdeling geldt (zie over de wettelijke verdeling uitgebreid MET RECHT GEREGELD 2020-06), heeft Lieke een schuld aan ieder van de kinderen van € 20.000. Daarover is geen erfbelasting verschuldigd, want de kinderen hebben een vrijstelling van erfbelasting van ongeveer € 21.000.
Als er geen partnerverklaring was en de bank dus eerste begunstigde is, is op hetzelfde moment van Toms overlijden de hypotheekschuld nog maar € 100.000. Het saldo van de gemeenschap van goederen is dan € 270.000. Toms nalatenschap is de helft daarvan, ofwel € 135.000. De vordering van ieder van de kinderen op Lieke bedraagt € 45.000. Daarover moeten zij, in principe, wel erfbelasting betalen.
Samenvatting en tip
Vaak wordt bij het afsluiten van een hypotheek, door de bank geëist dat ook een levensverzekering wordt afgesloten. Deze verzekering is gekoppeld aan de hypotheek, en regelt dat (een deel van) de hypotheekschuld wordt afgelost als de degene die de hypotheek heeft afgesloten overlijdt.
Als niet de juiste constructie wordt gevolgd, kan het zo zijn dat de erfgenamen over de uitkering erfbelasting moeten betalen. Hierdoor blijft er minder geld over voor aflossing, en dat is zonde!
Dit speelt met name in situaties waarin partners gehuwd zijn in gemeenschap van goederen. Als de verzekerde en de begunstigde met elkaar zijn getrouwd in gemeenschap van goederen, heeft degene die overlijdt (de verzekerde), namelijk via de gemeenschap van goederen, voor de helft meebetaald aan de premies. De uitkering kan dan voor de helft belast worden.
U kunt erfbelasting besparen door huwelijkse voorwaarden (of partnerschapsvoorwaarden) te maken. In de huwelijkse voorwaarden kan worden geregeld dat de premies niet tot de kosten van de huishouding behoren. Ook moet de verzekering ‘kruiselings’ worden afgesloten. Dat wil zeggen dat de begunstigde (in het voorbeeld hierboven Lieke) tevens verzekeringnemer is en de verzekering is afgesloten op het leven van de verzekerde (in het voorbeeld hierboven Tom) en andersom.
Als de bank vervolgens eist dat zij de eerste begunstigde is (zodat bij overlijden van de verzekerde de uitkering rechtstreeks aan de bank wordt overgemaakt), zorg er dan voor dat er een partnerverklaring komt. Dit alles is maatwerk!
Een paar jaar geleden is een bank veroordeeld omdat in dat bijzondere geval de partnerverklaring averechts uitpakte en daardoor juist meer, in plaats van minder erfbelasting was verschuldigd. Door hoge pensioenen en andere verkrijgingen had de weduwe/begunstigde nagenoeg geen vrijstelling voor de erfbelasting meer over.
Uw notaris of andere (financieel) adviseur kan uitrekenen of een partnerverklaring voor u voordelig is.
Tip / ‘call to action’
Het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering is maatwerk. Laat u hierbij adviseren door een notaris of ander deskundig (financieel) adviseur, om te voorkomen dat bij overlijden onnodig erfbelasting moet worden betaald. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om huwelijkse voorwaarden te maken, of om bestaande huwelijkse voorwaarden of samenlevingscontract aan te passen.
Bronvermelding: Met Recht Geregeld, een product van FBN Juristen.
Comments are closed.